Technische gids

Installatie

1. Monteer de antenne en verbind deze met de zender via de "ANT"-interface aan de achterkant. (De gebruikershandleiding van de antenne staat los van deze handleiding.)
2. Verbind uw audiobron met de zender op de "line-in"-poort via de 3.5 mm-kabel, de audiobron kan een mobiele telefoon, computer, laptop, dvd, cd-speler, enz.
3. Sluit indien nodig de microfoon van het electret-type aan via de "Mic in"-poort.
4. Sluit de stekker van de voedingsadapter aan op de zender via de interface "12V 5.0A".
5. Druk op de aan/uit-knop om de zender in te schakelen.
6. Gebruik de knoppen OMHOOG en OMLAAG om de gewenste frequentie voor de uitzending te kiezen.
7. Stel het volume van de line-in in op een geschikt niveau met de knop aan de linkerkant van het voorpaneel.
8. Stel het volume van de microfooningang in op een geschikt niveau met de knop aan de rechterkant van het voorpaneel.
9. Gebruik uw radio-ontvanger om de signaalontvangst te controleren door deze af te stemmen op dezelfde frequentie als de zender.

Aandacht

Om schade aan de machine door oververhitting van de eindversterkerbuis te voorkomen, dient u de antenne op de zender aan te sluiten voordat de zender wordt ingeschakeld.

Voor FM-zender:

1. Zorg ervoor dat u de voeding die het nominale vermogen van de zender bereikt, aansluit op de aardedraad.
2. Gebruik een spanningsregelaar als de spanning onstabiel is.

Voor FM-antenne:

1. Installeer de antenne meer dan 3 meter boven de grond.
2. Zorg ervoor dat er geen obstakels zijn binnen 5 meter van de antenne.
3. Tijdens het gebruik van een FM-zender is het niet geschikt om de FM-zender te gebruiken in een omgeving met hoge temperaturen en vochtigheid. Er wordt gesuggereerd dat de beste temperatuur tussen 25 ℃ en 30 ℃ moet zijn, en de maximale temperatuur mag niet hoger zijn dan 40 ℃; de luchtvochtigheid moet ongeveer 90% zijn.